Zo val jij niet uit de toon op je eerste werkervaring

Je dacht dat je op school goed voorbereid werd op het leven op de werkvloer? Toch gelden er soms ongeschreven regels en goochelen je collega’s met termen waar je niets van begrijpt. Heb je geen idee wat er van je verwacht wordt als je iets moet ‘kortsluiten’ of ‘outsourcen’? En weet je echt niet waarom mensen opkijken bij het gerinkel van je gsm? We maken je wegwijs in alle geheimen van de werkvloer.

Elk bedrijf heeft ze, bepaalde regeltjes waar iedereen zich als vanzelf aan houdt, zonder dat ze ooit werden uitgesproken. De beste manier om ze te leren kennen, is door je collega’s goed in de gaten te houden. Durven ze weleens een privételefoontje te plegen tijdens de werkuren of kijken ze al verstoord op als je gsm zachtjes begint te rinkelen? Wacht liever niet tot je een opmerking krijgt, maar hou rekening met hun reactie om je eigen gewoonten aan te passen. Als nieuweling neem je de eerste weken trouwens het best enkele basisregels in acht:

• Zet het geluid van je gsm af en beperk privégesprekken tot een minimum.
• Verzorg je kledij en je kapsel: je verschijnt beter een tikje overdressed op het werk dan in een onverzorgde of al te casual outfit.
• Ontbijt thuis of onderweg in plaats van aan je bureau.
• Elk bedrijf heeft zijn eigen regels voor internetgebruik. Beperk of vermijd in elk geval het gebruik van social media. Tenzij dat specifiek van je gevraagd wordt, natuurlijk.
• Je bent het misschien gewoon om naar muziek te luisteren tijdens het werk, maar niet iedereen is daarmee gediend. De meeste werkgevers vinden het ook niet zo prettig als je voortdurend muziek streamt van het internet, omdat het de capaciteit van het netwerk overbelast. De hele dag met een koptelefoon op je hoofd zitten werken, komt bij sommigen dan weer asociaal over. Laten dus, tenzij het gebruikelijk is onder je collega’s.
• Ook al is er op je werk een ruimte om te roken, dat betekent niet dat je daar tijdens de werkuren onbeperkt gebruik van mag maken. Kan je de drang naar een sigaret maar moeilijk onderdrukken, beperk je rookpauzes dan tot de middagbreak.

Het typische taaltje dat op de werkvloer wordt gesproken, is afhankelijk van de sector waar je werkt en evolueert bovendien snel. Hieronder lijsten we enkele veelgebruikte termen uit het algemene bedrijfsvakjargon voor je op om je op weg te helpen.

• Conf Call: een conference call of een telefoongesprek waar meerdere personen tegelijkertijd aan deelnemen.
• Vertaalslag: omzetten van het één in het ander.
• Iets outsourcen: een taak of opdrachten uitbesteden aan een externe partner.
• Een idee kortsluiten of afstemmen: een idee bespreken met iemand.
• Follow-up: iets opvolgen, je ermee bezighouden.
• Een back- of retroplanning: een planning die vertrekt van de datum waarop een project klaar moet zijn om zo te bepalen wanneer je moet starten met welke taak.
• SPOC: 'Single Point Of Contact' is één aanspreekpunt voor klanten.
• Terugkoppelen: feedback, een reactie geven op iets.
• Debriefen: een overleg dat je houdt na afloop van bijvoorbeeld een project of een activiteit.
• Een pitch: een korte presentatie waarin je een idee presenteert.
• Core business: de kern- of hoofdactiviteiten van een bedrijf.
• Stavaza: stand van zaken.
• Finetunen: iets uitwerken tot in de details, de puntjes op de i zetten.
• Best practices: de beste manier om iets aan te pakken.
• Asap: ‘as soon as possible’ of zo snel mogelijk.
• Bilateraal overleg: een gesprek onder vier ogen.